Gestrand
(c) 2023, door P.D. Vile
Verhaalcodes: gb, Mg, Mb, cons, magie, contest
Dit verhaal is origineel in het Engels geschreven, onder de titel “Stranded”, voor een schrijfwedstrijd met verplicht thema: “magical children” (magische kinderen).
Proloog: Jij voelt het ook
“Jij voelt het ook”.
Het was geen vraag. Het was een mededeling.
“Ja, ik voel het ook. Onze energie is laag. We kunnen niet terug.”
“We zitten hier vast.”
De communicatie was emotieloos.. Ze toonden hun emotie op een ander niveau. Beiden waren in paniek, geschokt van het idee dat ze nooit meer naar huis zouden kunnen.
“We moeten ons voorbereiden om veilig te blijven in deze wereld.”
“Ja. Daar hebben we nog wel genoeg energie voor.”
“Ik zal zo veel mogelijk kennis in me opnemen.”
“Ik zoek een veilige plek voor ons.”
“Dat is belangrijk. Deze wereld heeft veel vijandige bewoners.”
“We hebben de juiste vorm nodig. En het juiste wezen. Eén die ons zal beschermen.”
Hun emoties raasden nog steeds. Maar dat weerhield ze er niet van om zich te concentreren op wat ze moesten doen.
“Ik denk dat ik alle kennis heb die we nodig hebben. Ik zal delen.”
“En ik zal delen hoe en waar we bescherming vinden. We hebben nog energie om er te komen.”
Hun geesten zochten verbinding. Ze droegen informatie over, en ze verplaatsten zich naar de gekozen locatie, terwijl ze met hun laatste restje energie in de juiste vorm veranderden.
Hoofdstuk 1: Oost west thuis best
“Help ons.”
Ken schrok wakker. Hij was, zoals wel vaker, tijdens het TV kijken op de bank in slaap gevallen. De herhaling van Lingo blèrde door de kamer, maar dat had hem niet wakker gemaakt. Het was iets anders. Iets dat hij niet had moeten horen. En toch had hij het gehoord, en hij was ervan wakker geschrokken.
Hij keek rond. De gordijnen waren gesloten, de deur was dicht. Hij wist dat de ramen ook dicht waren. Er was niemand anders binnen. En het was onmogelijk om iets van buiten te horen. En toch had hij het gehoord. Heel duidelijk, ook al was het geluid zwak. Het was de stem van een kind. Een kind in nood.
“Ik heb vast gedroomd,” mompelde hij bij zichzelf, “het is al na middernacht. Er is niemand op deze godverlaten plek. En al helemaal geen kinderen, en al helemaal niet op dit tijdstip. Ja, het moet een droom zijn geweest.”
En toch … toch hoorde hij dat stemmetje nog steeds echoën in zijn hoofd. Het voelde echt, veel te echt. Hij besloot om in elk geval buiten te kijken. Hoe onwaarschijnlijk ook, wat als daar echt een kind in nood was? Hij moest het controleren. Hij dacht niet verder dan dat. Hij wist niet wat voor hulp hij te bieden had. Maar hij kon niet hier blijven zitten, niet met de echo van die zwakke kinderstem nog in zijn hoofd.
Ken stond op van de bank, pakte zijn sleutels, deed de deur van slot, en opende hem. En toen zuchtte hij, en vloekte binnensmonds, want hij zag niks. Niemand. Enkel zijn goedkope ‘oost west thuis best’ deurmat, vies van de sporen van zijn eigen modderlaarzen, die nog stonden waar hij ze eerder vandaag uit had gedaan.
En toen, net toen hij de deur wilde sluiten en weer naar zijn kamer wilde gaan, hoorde hij het opnieuw. Diezelfde kinderstem, maar nog zwakker dan eerst.
“Help ons, alstublieft.”
Hij bleef stokstijf stil staan. Hij draaide zijn hoofd in alle richtingen, om te proberen uit te vinden waar het geluid vandaag was gekomen. Maar het lukte niet. Er was iets mis. Er was iets vreemds aan dit geluid. Nog vreemder dan dat hij het überhaupt had gehoord, ruim na middernacht, vijfentwintig kilometer van het dichtstbijzijnde huis.
En toen besefte hij wat het was.
“Verdorie, dat geluid was niet buiten. Het was binnen in mij. In mijn kop.”
Hij grinnikte. Hij had het zich dus toch ingebeeld. Geen wonder. Geïsoleerd leven kan rare dingen doen met mensen. Ken had er vaak over gehoord, maar had de waarschuwingen altijd weggewuifd. Dat overkwam anderen, hem niet.
“Kennelijk heeft de eenzaamheid me nu dan toch te pakken.”
En toch voelde het nog steeds vreemd. Het voelde té echt. Hoe onwerkelijk het ook was, het voelde echt.
Ken besloot zich niet druk te maken over hoe het eruit zou zien. Er was niemand hier die het kon zien, dus wat maakte het uit? Hij besloot te gaan kijken, gewoon om zijn gedachten tot rust te krijgen. Hij slipte in zijn laarzen en stapte naar buiten, op de mat, en toen op het modderige gras. Met het zwakke restje licht van zijn zaklamp, die hij weer eens was vergeten op te laden, liep hij langzaam om zijn huisje heen.
En toen zag hij het. Onder het raam van zijn kamer. Daar, op het modderige gras, lag een lichaam. Nee, twee lichamen! Kleine lichamen, kinderen zo te zien, die in een slordig hoopje op de grond lagen. En voor zover hij in het zwakke licht van zijn zaklamp kon zien leken ze bloot te zijn. En óf diep in slaap, óf bewusteloos.
“Verdomme!” mompelde Ken binnensmonds, “verdomme, verdomme, verdomme!”
Er was maar één reden waarom hij hier leefde, ver weg van alles en iedereen. Om geen kinderen te zien. Om de verleiding te weerstaan. Hier was hij veilig voor de duivel in hem. Althans, dat dacht hij. Tot vandaag.
Hij kon die kinderen hier niet laten liggen, buiten in de kou van de herfstnacht. Hij kon er niet vandoor gaan en ergens anders gaan wonen. Deze kinderen hadden hulp nodig, en er was hier niemand anders dan hij. Als hij ze niet zou helpen, dan zouden ze … verdorie, hij had geen idee wat er dan zou gebeuren.
“Ik kan die twee hier echt niet buiten laten liggen. Ik moet ze wel helpen.”
He knielde bij de twee hoopjes kind. Hij zag dat ze hun armen om elkaar heen hadden, in een soort omhelzing. Maar hun armen waren krachteloos, dus toen hij voorzichtig een van de lijfjes optilde, gleed de arm van de ander er af en plofte in de modder.
Het kind woog veel minder dan hij had verwacht. Met zijn zaklamp tussen zijn tanden geklemd droeg hij het bewusteloze lijfje rond zijn bescheiden huisje en naar binnen. Toen stopte hij. Hij had geen idee wat hij nu moest doen. Hij besefte zich dat hij, toen hij nadacht over of hij moest helpen, er niet bij stil had gestaan dat hij helemaal niet wist hoe hij kon helpen.
Maar toen herinnerde de langzame en oppervlakkige ademhaling van het hulpeloze lijfje in zijn armen hem er aan dat slaap een goede genezer is. Slaap – en dan niet buiten, in de koude modder, maar in een warm bed. Hij droeg het kind naar zijn slaapkamer en vleide het op zijn bed. Vleide haar op zijn bed. In het licht van zijn huis kon hij nu duidelijk zien dat ze een meisje was. Hij trok snel een laken over haar ranke lijf.
Hij ging weer naar buiten om het andere kind op te halen. Zijn bed was bedoeld voor één persoon, maar deze kinderen waren klein genoeg dat ze er samen in pasten. Hij legde het tweede kind naast het meisje. Een klein piemeltje, compleet haarloos en ontzettend schattig, bewees dat dit een jongen was. Ken probeerde niet te kijken. Maar hij had de jongen boven op het laken gelegd, en er was niet genoeg stof over om de jongen te bedekken. Hij moest wel kijken, zodat hij de jongen een stukje kon optillen, om het laken onder zijn lijf vandaan te schuiven, en hem daarna terug te leggen en te bedekken.
Hij kwam overeind, en keek nog even over zijn schouder bij het verlaten van de slaapkamer. Die twee kleine hoofdjes, naast elkaar, diep in slaap – als het slaap was. Het rustige rijzen en dalen van het laken, door hun ademhaling. Het zag er nu zo vredig uit. Maar hij wist dat er iets heel erg mis moest zijn, anders zouden ze niet hier zijn.
“Laat ze nu maar slapen. Hebben ze zo te zien wel nodig. We kijken morgen wel wat hun probleem is. Lieve hemel, ik hoop maar dat ik niet hun veel grotere probleem ga worden.”
Hij dimde het licht, liet de deur op een kier staan, en ging weer naar wat hij zijn huiskamer noemde. Daar deed hij snel de nog altijd blèrende televisie uit en gooide zijn halflege biertje weg. Even stond hij in stilte te denken. Toen opende hij zijn kast om zijn voorraad te inspecteren.
Hoofdstuk 2: Deze houdt van kleintjes
Ken maakte een grote pan kippensoep. En toen besefte hij zich dat hij niet eens wist of ze misschien vegetariërs waren, dus maakte hij ook nog een groentesoep. Maar zou enkel soep genoeg zijn? En dus dook hij opnieuw zijn kast in, vond de juiste ingrediënten, en bakte een groot brood. En toen, toen hij al bijna wou beginnen twee dozen eieren te klutsen, stopte hij zichzelf.
“Stop daarmee, sukkel. Je hebt al genoeg eten voor een weeshuis. En wie wil er nu roerei eten dat al een paar uur staat? Die bak ik wel voor ze als ze wakker zijn.”
Maar ook nadat hij op de bank ging liggen en probeerde te ontspannen, wou de slaap niet komen. Zo ongeveer ieder uur kwam hij overeind, sloop naar de slaapkamer, zag de twee kleine lijfjes nog steeds in dezelfde houding liggen, zag de twee onschuldige gezichtjes in hun diepe slaap, en dan liep hij weer terug naar de bank.
Uiteindelijk werd het ochtend. Hij stond op, rekte zijn vermoeide ledematen uit, keek nog eens bij de nog altijd slapende kinderen, en zette toen een pot koffie. Hij pakte een sigaret, maar bedacht toen dat hij niet binnen bij de kinderen moest roken. En dus ging hij met zijn eerste koffie en zijn sigaret op de veranda zitten, waar hij het hete brouwsel dronk en het slechte maar o zo fijne gif rookte, terwijl hij de zon boven de bergen zag klimmen.
Hij liep naar binnen om zijn mok weer te vullen, en besloot nog eens bij de kinderen te kijken. Het viel hem direct op dat ze nu anders lagen. En toen hij in de deuropening stond merkte hij dat de ogen van de jongen knipperden, en toen open gingen.
De jongen staarde hem aan. Aandachtig. Het was een diepe, onderzoekende blik, afkomstig uit de blauwste ogen die Ken ooit had gezien. Even later opende het meisje ook haar ogen, en zij inspecteerde hem net zo intens als de jongen.
De stilte was ongemakkelijk. Ken wist niet wat hij moest zeggen. Maar de kinderen zeiden ook niks, dus verbrak Ken uiteindelijk de onaangename stilte.
“Tsja. Goede morgen dan maar.”
“Goede … morgen.”
De woorden kwamen langzaam, alsof de jongen niet goed kon spreken. Het meisje zei niks, maar er vormde wel een kleine glimlach om haar mond, en in haar ogen. Ken voelde dat zijn hart nog harder smolt dan al gebeurd was.
Er spookten honderden vragen door Ken’s hoofd. Wie waren deze kinderen? Waarom waren ze hier, en waarom spiernaakt? Verdorie, hoe waren ze hier überhaupt gekomen, midden in de nacht? Hadden ze inderdaad om hulp geroepen? En zo ja, waarom had hij dan die stem binnen in zijn hoofd gehoord?
Maar die vragen moesten wachten. Andere dingen waren nu belangrijker.
“Hebben jullie honger? Willen jullie eten?”
“Honger?” herhaalde de jongen langzaam, alsof hij het woord voor het eerst in zijn leven hoorde, “Eten?”
“Ja, eten. Voedsel,” zei Ken, terwijl hij deed alsof hij iets in zijn mond stak omdat hij zich opeens bedacht dat de kinderen misschien geen Nederlands verstonden, “energie voor een moe lijf!”
“Ah, energie!” riep de jongen enthousiast, “Ja, energie is … goed. Voedsel is goed. Wij willen eten.”
“Eten,” zei het meisje toen ook, langzaam, weloverwogen.
“Blijf hier maar,” zei Ken, terwijl hij de kamer uitliep, “blijf maar in bed, ontspan. Ik warm wel soep voor jullie. Zijn jullie vegetarisch?”
Hij bleef staan, in afwachting van hun antwoord. Maar ze keken verbijsterd. Hij zag dat ze blikken uitwisselden, en toen weer naar hem keken, met vraagtekens in hun onschuldige ogen.
Ken haalde zijn schouders op.
“Neem aan van niet, dan.”
Hij bracht de soep aan de kook, maar bedacht toen dat het niet veilig zou zijn om de kinderen de soep in bed te geven, in een kom waar ze hun handen aan zouden branden. En dus dekte hij de tafel, zette drie kommen klaar, stofte twee extra stoelen af, en liep toen terug naar de slaapkaper. De kinderen lagen nog in bed, met hun gezichten naar elkaar toe. Ze keken elkaar in stilte aan.
Ze leken niet te merken dat hij binnenkwam, dus schraapte Ken zijn keel. Direct keken ze op, en ze glimlachten. Hij zag nu dat het gezicht van de jongen al net zo begon te stralen als het meisje toen zij eerder glimlachte.
“Eten?” vroeg het meisje.
Haar stem klonk nu stabieler. En erg aangenaam. Als een engel. Ken verjoeg die gedachte. Hij kon niet, mocht niet toestaan dat hij zo zou denken.
“Ja, eten. In de woonkamer, aan tafel. Veiliger dan hier in bed.”
“Wat?” vroeg het meisje, met een verbaasde blik.
Ken onderdrukte een vloek. De kinderen spraken dus inderdaad geen Nederlands. Buitenlanders?
Maar toen verraste de jongen hem.
“Hij wil dat we naar een andere kamer komen. En aan een tafel zitten. Daar kunnen we eten. Dat is veiliger. Ik weet niet waarom.”
“Omdat de soep heet is, en je je verbrandt als je morst,” reageerde Ken automatisch. Maar zijn brein was in de war. Was dit dezelfde jongen die nog geen tien minuten geleden nog moeite had met de woorden “goede” en “morgen”?
“Aha, ik begrijp het,” knikte de jongen, “bedankt.”
En toen gooide het meisje het laken dat haar bedekte van zich af, en stond op. Het gebeurde zo snel dan Ken niet op tijd de andere kant op kon kijken. En toen wilde hij niet meer de andere kant op kijken.
Ze was prachtig. Ergens tussen de 1 meter 20 en 1 meter 30, met een slank en meisjesachtig lijf. Haar blonde haren vielen op een heerlijke manier om haar sproeterige gezicht. Haar benen waren stevig en gespierd, maar niet te veel. Haar huid was bleek, haar borst helemaal plat, versierd met twee iets donkerder rondjes, en in het midden van elk een klein puntig tepeltje. Het heuveltje onder haar platte buikje was glad en volkomen haarloos. En daar onder, zo simpel en toch zo enorm opwindend, was een klein verticaal streepje.
Ken had het gevoel dat hij een eeuwigheid staarde, al was het in het echt waarschijnlijk minder dan een seconde. Maar toen besefte hij zich hoe verkeerd dit was.
“Stop! Ga weer onder het laken! Ik moet eerst kleren voor je zoeken!”
“Kleren?” vroeg het meisje, met alweer dat verbaasde gezicht. Maar ze ging in elk geval wel weer terug onder het laken.
“Kleren,” bevestigde de jongen voordat Ken kon antwoorden, “zoals hij heeft. Stof om het lichaam te bedekken.”
“Ja, precies. Ik mag jullie niet zien!”
“Niet?”
Het meisje keek verslagen.
“Hebben we ons vergist? Ziet mijn lichaam er niet goed uit?”
En met die woorden gooide ze opnieuw het laken van zich af en stond op, pal voor Ken, en toonde haar hele lijf aan zijn genietende ogen.
“Nee! Ja! Ik bedoel … Verdomme, natuurlijk ziet je lichaam er goed uit!” sputterde Ken.
En toen kwam de jongen ook uit bed. Ken’s ogen werden direct aangetrokken tot zijn gladde, haarloze, en kleine slappe piemeltje. Zijn buik was mooi gespierd, hij sportte kennelijk na school graag met zijn vrienden. En zijn huid leek al net zo zacht als die van het meisje.
Hij zei niks, maar stond daar, toonde zichzelf, wilde ook beoordeeld worden.
“Ja, en jij ziet er ook fantastisch uit! Je bent perfect, jullie zijn beide perfect! Maar ik mag jullie niet zo zien. Jullie zijn nog maar kinderen.”
De kinderen keken verrast. Toen keek de jongen naar het meisje, met een beschuldigende blik.
“Jij zei dat deze van kleintjes houdt!”
“Ja, dat zei ik. Ik voelde dat hij … ik weet dat hij hiervan houdt.”
Bij die woorden gebaarde ze eerst naar haar eigen lijf, toen naar het zijne.
“Dat klopt,” gaf Ken toen, “Ik hou inderdaad …”
Maar toen onderbrak hij zichzelf.
“He, wat? Hoe wist je dat?”
“Ik … voelde?” zei het meisje, duidelijk op zoek naar het juist woord.
De jongen voeg toe, alsof het alles verklaarde:
“Ze zocht iemand die ons zou beschermen. Ze voelde dat jij ons zou beschermen als we er zo uit zien.”
Ken’s brein probeerde het te verwerken. Hij begreep elk woord dat de jongen zei, maar in volgorde achter elkaar sloeg het nergens op. Hij opende al zijn mond om een vraag te stellen, maar hoorde toen een rommelend geluid, zo te horen vanuit de buik van het meisje.
“Voedsel!” zei hij snel, en de jongen stemde in:
“Voedsel . Nu eten. We leggen later uit.”
Hoofdstuk 3: Jij zou het magie noemen
Ken zocht even in zijn kast en pakte toen twee van zijn shirts. Veel te groot voor de kinderen, maar ze zouden tenminste alles bedekken.
“Hier, draag deze maar.”
De jongen keek vragend, maar haalde toen zijn schouders op en deed het shirt aan. Het meisje keek naar hem, en imiteerde langzaam elke beweging. Ken zag dat ze het shirt achterstevoren aanhad, maar besloot er niks van te zeggen. Hij was vooral opgelucht dat haar heerlijk platte borstkas en die perfect gladde plek tussen haar benen hem niet langer aanstaarden.
Het werd wat ongemakkelijk toen hij de kinderen elk een kom soep gaf. Het was alsof ze nog nooit een lepel hadden vastgehouden. En toen hij het voordeed, brandden ze allebei hun mond. Maar nadat Ken had voorgedaan hoe ze op de lepel konden blazen om de soep af te koelen, aten ze alsof ze uitgehongerd waren. Nou ja, dacht Ken, dat waren ze waarschijnlijk ook.
Na drie kommen soep en twee dikke sneden brood elk waren de kinderen vol. Hij schonk grote glazen water voor ze in, nam zelf nog een koffie, en toen was het tijd om te praten.
“Goed, eerst maar eens voorstellen. Ik ben Ken. Wie zijn jullie?”
“Wie we zijn? Wij zijn wij.”
“Natuurlijk. Maar hoe worden jullie genoemd? Wat zijn jullie namen?”
De vraag leek het meisje te verbazen. Ze keek de jongen aan, oog in oog, en ze leken een tijdje in stilte te communiceren. Toen nam de jongen het woord.
“We hebben niet echt namen. Niet zoals jullie hier hebben.”
“Wat? Geen namen? Hoe spreken jullie elkaar dan aan?”
“We … communiceren gewoon. We richten op de anderen, zodat zij ontvangen.”
“Maar ik begrijp dat jullie hier namen nodig hebben. Hmm. Een goede naam voor mijn identiteit is Jozhuwerrytiaminotimus.”
“Oh, zo? Dan ben ik … Clerrisciouslomiroph.”
“Wat?”
Ongelovig schudde Ken zijn hoofd.
“Goed, dat is echt te lang. Is het goed als ik jullie Josh en Clairy noem?”
“Natuurlijk. Als dat voor jou beter is.”
Het werd stil. Ken wilde vragen stellen, maar wist niet waar te beginnen, en ook niet hoe hij ze moest formuleren. Uiteindelijk verbrak Clairy de stilte.
“Je zit veel te vol met vragen. Ga zitten. Laat ons uitleggen.”
“Je gelooft ons eerst misschien niet,” voegde Josh toe, “maar ik hoop dat je ons aan het eind wel gelooft.”
“We zijn niet van hier. Niet van deze wereld. We reizen van wereld naar wereld. We blijven onzichtbaar, onvoelbaar. En we kijken. Kijken naar de wezens op elke wereld. Leren van wat we zien.”
“En dan gaan we terug naar onze wereld. Waar we onze kennis achterlaten, om te delen met anderen zoals wij. En om weer op te laden. Energie. Zoals voedsel, maar anders. Energie waarmee we reizen. En waardoor we onzichtbaar en onvoelbaar kunnen zijn.”
“Reizen?” onderbrak Ken hem, “Onzichtbaar? Onvoelbaar?”
“Ja.”
Ze namen even de tijd om na te denken, en daarna legde Josh uit:
“Jij zou het magie noemen. Voor ons is het normaal. Als we iets willen, dan denken we het en het gebeurt.”
“Zoals dit,” voegde Clairy toe.
Ze keek aandachtig naar de tafel. Leek zich te concentreren op de lepel in haar lege soepkom. Er verscheen een zweetdruppel op haar voorhoofd. En toen zag Ken dat de lepel omhoog ging, uit zichzelf. Hij kwam een paar centimeter omhoog, en viel toen met een klaterend geluid weer in de kom, terwijl Claire leek in te storten in haar stoel. Ken en Josh strekten tegelijk hun armen uit om haar krachteloze lijfje te ondersteunen.
“Deed zij … deed zij dat? Met de kracht van haar geest?”
“Ja. Maar ze had niet genoeg energie. Ze is uitgeput van alleen maar een lepel optillen.”
“Waarom deed ze …”
“Zou je ons hebben geloofd zonder dat te zien?”
Ken dacht even na en gaf toen eerlijk antwoord: “Geen woord.”
“En geloof je ons nu?”
“Het klinkt nog steeds vreemd. Maar ik kan niet ontkennen wat ik met mijn eigen ogen heb gezien.”
“Goed zo,” mompelde Clairy zwakjes, terwijl ze haar ogen opende, “dan hoop ik dat je de rest ook gelooft.”
Ze reikte naar haar soepkom, die Ken snel bijvulde. Terwijl zij at, ging Josh verder.
“Clairy en ik waren dus hier op bezoek. Op Aarde. Maar we maakten een fout. We bleven te lang. Onze energie raakte op. En nu kunnen we niet meer terug naar huis. We moeten hier blijven. En we kunnen niet meer onzichtbaar en onvoelbaar zijn.”
“Maar als jullie afkomstig zijn van … ergens anders? Een andere planeet? Hoe komt het dan dat jullie er uitzien zoals wij? Zoals mensen? Kinderen zelfs? Zijn jullie kinderen?”
“Eén vraag tegelijk. Ja, we komen ergens anders vandaag. Ver weg.”
Josh wees naar het plafond, maar bedoelde kennelijk de sterren aan de hemel.
“We zien er niet uit zoals jullie. We hebben geen vorm.”
“Zoals vormveranderaars.”
Josh schudde van nee.
“Geen vormveranderaars. Meer zoals … sorry, ik zoek het goede woord … vluchtig?”
“Vluchtig?”
“Etherisch!”
“Ethe… Maar dat betekent toch dat jullie geen vaste vorm hebben? Maar ik zie jullie. Bedriegen jullie op een of andere manier mijn ogen?”
“Nee. We hebben ons laatste restje energie gebruikt om veilig te zijn in deze wereld. En dus moesten we de vorm aannemen van de dominante soort.”
“Menselijke vorm.”
“Ja. En die vorm hebben we gestabiliseerd. We blijven nu zo. We hebben geen energie meer om terug te veranderen.”
Clairy had haar soep op en nam nu weer het woord.
“We verdeelden het werk. Josh nam kennis op. We moesten je taal kennen. Je gebruiken. Al die dingen die voor jou vanzelfsprekend zijn.”
“Maar hoe dan? Jullie konden nauwelijks spreken toen jullie wakker werden. Nu klinken jullie als professoren.”
“Josh nam het op. Maar hij moest het nog verwerken. En met mij delen, zodat ik het kon verwerken. We hadden weinig tijd. We waren nog niet klaar toen we instortten en jij ons vond.”
“Ja. Maar hoe kwamen jullie hier. En waarom, van alle plekken op de wereld, uitgerekend hier?”
“Dat is mijn fout. Josh nam kennis op. Ik zou een veilige plek vinden. Ik vond deze plek. Met maar één mens. Een mens die ons zal beschermen. Vandaar deze vorm.”
Ze gebaarde naar haar onrijpe lijf.
“Dus jullie zijn niet echt kinderen?”
“Kinderen? Oh, je bedoelt kleine mensen? Nee. Onze soort kent dat concept niet. Wij bestaan buiten de tijd. We kunnen vergaan, maar anders zijn we altijd en zijn we altijd geweest.”
Ken schudde zijn hoofd.
“Nou, dan heb je inderdaad een fout gemaakt. Ik ben niet zo veilig als jullie denken. Niet voor wie dan ook, maar vooral niet voor kinderen. Ik ben …”
Maar Josh onderbrak hem.
“Nee! Nee, Ken! En nee, Clairy. Je hebt geen fout gemaakt. Ik voel het nu. Dit is de juiste. Hij zal ons beschermen.”
Ken zuchtte.
“Ik denk dat je het niet begrijpt. Ik ben …”
Hij aarzelde. Wilde niet hardop zetten wat hij al zijn hele volwassen leven wist, maar nooit had willen toegeven.
“Een pedofiel?” vroeg Josh terloops.
Ken keek op. Verbaasd.
“Dat weet je?”
Josh knikte.
“Ik weet het. Jij houdt van kleine mensen. Kinderen. Je houdt zo veel van ze, dat je jezelf hier buiten hebt opgesloten om ze veilig te houden.”
Josh had zijn mond al open om tegen te spreken, maar klapte hem verrast dicht.
“Je hebt … gelijk, denk ik? Ik ben inderdaad hier gaan wonen om kinderen veilig te houden. Maar ik hou ze veilig door uit de buurt te blijven. Jullie moeten ook uit de buurt. Voordat ik …”
Opnieuw maakte hij zijn zin niet af. Hij wist hoe graag hij de shirts van deze kinderen af wilde rukken, en allerlei onzegbare dingen met hun lijfjes wilde doen.
“Voordat je wat doet, Ken? Wat zou je doen dat je niet allang had kunnen doen, maar niet gedaan hebt?”
“Ik … ik ben … gewoon bang, denk ik? Bang dat ik me niet kan beheersen?”
“Ik begrijp het niet. Maar ik wil het wel. Kan je me helpen?”
“Hoe?”
“Door me … binnen te laten.”
Ken begreep het niet en wilde dat zeggen, maar hield zijn mond toen Josh zijn handen pakte en toen zijn hoofd naar het zijne bracht. Hij kwam langzaam dichterbij, tot hun voorhoofden elkaar raakten. Even voelde Ken een kilte in zijn ruggengraat, toen een vreemd gevoel alsof iemand aan de buitenkant van zijn hersenen krabbelde.
“Laat het toe,” fluisterde Clairy, “Laat hem binnen. Als je wil. Hij wil alleen maar lezen. Hij zal geen kwaad doen. Ontspan je. Of zeg nee als je het niet wil, dan stopt hij.”
Ken probeerde zich te ontspannen. En toen voelde hij zich vreemd. Zijn voorhoofd leek open te gaan, en iets leek zijn brein binnen te komen. Zijn hoofd voelde vol, alsof hij elk moment open kon barsten. En toen was het voorbij, en Josh zakte terug in zijn stoel en liet zijn handen los.
“Nu weet ik waar je bang voor bent. En ik weet ook dat je het niet zal doen. Ik heb in je gekeken, dieper dan jij zelf kan. Ik weet dat je de dingen die jij slecht noemt niet zal doen. Ik begrijp niet waarom die dingen slecht zijn. Ik begrijp ze helemaal niet, maar ik weet dat jij ze niet zal doen. En dat je ons zal helpen en beschermen als dat nodig is.”
“Weet je het echt zeker? Hoe kan je me zo vertrouwen?”
“We waren hier de hele nacht. We lagen in jouw bed te slapen. Weerloos. En wat heb jij gedaan? Je hebt soep gemaakt. Je keek af en toe hoe het met ons ging. Je probeerde op een ongemakkelijke bank te slapen. Allemaal voor onze veiligheid. Je beschermde ons.”
Ken bleef nog lang stil. Hij keek naar de twee mooie kinderen, hun lichamen nu bedekt onder zijn eigen shirts, die ze veel te groot waren. En toch wist hij nog precies hoe ze er onder die stof uitzagen. Hij hoefde niet eens zijn ogen te sluiten en te concentreren om in gedachten elke centimeter van die heerlijke lijfjes te zien. Josh’s subtiele buikspieren, zijn licht gebruinde huid, die heerlijke kleine penis die ontspannen tussen zijn benen hing. Clairy’s tengere vormen, die platte tepeltjes waar ooit haar borsten zouden gaan groeien, haar haarloze venusheuvel, en die prachtige kleine vagina.
Hij wist precies wat hij wilde. Hij wilde ze overal zoenen. Hij wilde elke vierkante centimeter van die prachtige lijfjes likken. Hij wilde Josh’s kleine pikkie in zijn mond nemen, hem overeind laten komen, hem laten schokken in een droog orgasme. Hij wilde Clairy beffen, haar meisjessapjes proeven, haar vingeren tot haar lijfje schokte, haar rug zich kromde, en haar stem slechts kon kraken van puur genot. En hij wilde elk van hun gaatjes vullen met zijn pedopik. Hij wilde dat ze hem zouden pijpen. Hij wilde Clairy’s ongetwijfeld zeer strakke maagdelijke gaatje neuken. Hij wou in Josh’s kontje, en in die van Clairy. En hij wilde dat opnieuw en opnieuw en opnieuw.
En hij wist dat het kon. Hij kon gewoon nemen wat hij wilde. Ze waren geen partij voor hem, hij kon ze makkelijk overmeesteren. Of hij kon het een voorwaarde maken voor zijn hulp. Hij wist, diep van binnen, dat ze alles zouden doen wat hij vroeg, als hij ze veiligheid beloofde.
En tegelijk wilde hij geen van die dingen doen. Omdat hij die prachtige creaties van de natuur op geen enkele manier kwaad wilde doen. Hoe veel genot het hem ook zou geven, hoe lang hij hier ook van gedroomd had, nu hij het voor het grijpen had, wilde hij het zich niet met brute kracht toe-eigenen, en ook niet door dwang.
“Hoe kan dit?” vroeg hij zich af, “Hoe kan ik hetzelfde zo enorm willen en tegelijk niet willen?”
“Dat weet ik niet,” gaf Josh toe, “zelfs niet nadat ik je mocht lezen. Dat is waarom we te lang zijn gebleven. Mensen zijn … vreemd. We probeerden te begrijpen. We probeerden te lang. En we begrijpen nog steeds niet.”
Hoofdstuk 4: Het voelt prettig
Ken zag dat de kinderen moe begonnen te worden. De conversatie had ze een hoop kracht gekost, en ze waren duidelijk nog aan het herstellen.
“Hé, gaan jullie maar weer naar bed. Ik moet naar buiten om mijn werk te doen.”
“Ja, ga werken,” zei Josh, “hou het bos gezond.”
Ken keek verrast.
“Hoe weet jij …”
“Toen ik je las. Sorry, als je niet wil dat ik … ik kan deze kennis wissen.”
“Nee, het is wel goed. Ik moet alleen … wennen, denk ik.”
Ken pakte zijn jas, maar wendde zich toen weer tot de kinderen.
“Wat jullie ook doen, ga niet naar buiten. Doe de deur niet open, voor niemand. Als jullie honger hebben, er is eten in … oh, nou ja, ik neem aan dat je dat ook al weet.”
Josh knikte.
“Ja, ik weet waar voedsel is. We eten als we honger hebben. We rusten. We moeten herstellen.”
En toen kwam Clairy overeind uit haar stoel en gaf Ken een stevige knuffel.
“Bedankt dat je voor ons zorgt. Bedankt dat je ons beschermt.”
De hele dag bleef die knuffel in Ken’s gedachten. Het gevoel van die kleine armen op zijn rug. De warmte van haar soepele lijfje, tegen het zijne gedrukt. Maar vooral die blik, de dankbaarheid maar ook het volle, onvoorwaardelijke vertrouwen in de ogen van het meisje. Haar ogen vertelden hem dat ze wist, zonder enige twijfel, dat Ken alles zou doen wat hij kon om haar en de jongen veilig te houden.
Het zien van die blik had Ken ervan overtuigd dat hij inderdaad zijn stinkende best zou doen. Hij was echt niet in staat dit meisje teleur te stellen. Noch de jongen.
Niet dat hij ook maar enig idee had wat te doen. Ja, hij kon ze fysiek veilig houden in zijn huis. Hij kon voor onderdak en eten zorgen. Ze zouden niet bevriezen of verhongeren. En met zijn goed uitgeruste medicijnkastje zou hij ze kunnen genezen als ze ziek worden. Als ze überhaupt ziek kunnen worden, bedacht Ken, toen hij zich herinnerde dat ze er alleen maar als kinderen uitzagen, maar eigenlijk een soort van aliens waren, wezens uit de ruimte.
Maar wat hadden ze verder nog nodig? Kon hij iets doen om ze te helpen hun krachten terug te krijgen? Kon hij ze helpen weer thuis te komen?
En zo niet, wat dan? Hij kon ze toch niet voor altijd verborgen houden in zijn huis? Zouden ze groeien, of zouden hun lichamen zo blijven zoals nu? Moest hij zorgen dat ze op een of andere manier naar school kunnen? God, hadden ze überhaupt opleiding nodig?
Het werd al donker toen Ken terug kwam bij zijn huis. Zijn hoofd liep nog altijd over van de vragen, en hij had geen antwoorden kunnen vinden. En toch was hij, ondanks zijn twijfels, blij en gerust toen hij de laatste bocht nam en zijn kleine huisje zag, verscholen tussen eeuwenoude woudreuzen.
Hij riep “Ik ben thuis!” voordat hij de deur van slot deed, en stapte toen de woonkamer in. Maar daar zag hij de kinderen niet.
“Hmmm, waarschijnlijk aan het slapen,” dacht hij, “Nog altijd. Of alweer. Is vast wel goed voor ze.”
Hij besloot ze niet te storen, en eerst maar eens eten te gaan koken. Dus hij liep zijn keukentje in … en zag tot zijn verbazing een grote pan met stoofschotel zachtjes pruttelen op het fornuis. Hij tilde het deksel op en snoof de geur op. Het rook precies zoals hij het zelf altijd maakte, inclusief zijn eigen zelf bedachte kruidenmix.
“Huh, kennelijk heeft dat joch echt al mijn kennis opgezogen,” mompelde hij.
Nu hij niet meer hoefde te koken, besloot hij eerst maar even te zitten en ontspannen. Hij opende de koelkast, pakte een blikje bier, bedacht zich toen, zette het blikje terug, schonk in plaats daarvan een glas vol water, en plofte toen op de bank.
En stond direct weer recht overeind, bij het horen van een geluid vanuit de slaapkamer. Een kermend geluid.
“Oh nee, ze zijn toch niet …”
Bij die gedachte sprong hij op de slaapkamerdeur af, rukte hem open … en stond toen stokstijf stil.
De kinderen waren in orde. Meer dan in orde. Ze waren … hij knipperde langzaam met zijn ogen, omdat hij niet kon geloven wat hij zag, maar ook niet kon ontkennen wat recht voor hem was. Ze hadden overduidelijk seks met elkaar.
Clairy zat met haar knieën aan weerszijden van Josh’s hoofd. Ken kon niet precies zijn wat Josh deed, maar het gekreun en gehijg van Clairy, en de schokken die door haar lijf trokken, bewezen dat hij het erg goed deed. Zijn jongenspik lag tussen zijn benen, groter dan toen Ken hem naar binnen had gedragen en eventjes bloot had gezien, maar niet volledig stijf. De reden was duidelijk. Een paar plasjes vers sperma waren zichtbaar op de borst van de jongen, en nog meer jongenssperma liep uit Clairy’s mondhoeken over haar kin.
Ken was niet in staat zich te bewegen. Kon geen woord uitbrengen. Kon niks doen. Hij stond daar maar, in stilte, te kijken naar de perverse scène die zich in zijn eigen bed afspeelde.
Clairy hoorde het geluid van de deur. Ze keek opzij, glimlachte Ken even toe, en sloot toen weer haar ogen en kromde haar rug, waardoor ze extra aandacht vestigde op de perfecte tepeltjes op haar platte borst, en bewoog haar heupen heen en weer over het gezicht van haar jonge minnaar, waarbij ze duidelijk genoot van wat het ook was dat hij met haar deed.
Haar gekreun werd luider, haar bewegingen werden sneller en dringender. En toen verkrampte ze. Ze kromde haar rug nog meer, opende haar mond, kermde en kronkelde, terwijl haar hele lijf schokte.
En toen stortte ze boven op haar minnaar. Er ging een seconde voorbij, toen duwde Josh haar slappe lijf voorzichtig van hem af, opzij, en hij kwam overeind.
“Oh, hoi Ken! Ben je nog maar net thuis? We hebben al gekookt. Je zal wel honger hebben.”
“Eh? Wat? Je … Ja, oké, eten. Zag ik. Maar … Hoe? Wat?”
“Omdat ik je heb gelezen. Ik probeerde alleen naar dat ene te kijken. Maar ik had geen energie, dus moest ik alles nemen.”
“Huh? Wat? Oh, ja. Nee, nee, dat ik wel goed. Dat is oké. Maar … maar wat …”
Josh kwam overeind, nam Ken’s ruwe hand in zijn eigen kleine hand, en keek hem in zijn ogen.
“Ontspan, Ken. Adem.”
Ken voelde direct een kalmte over hem komen. Hij ontspande. Hij ademde diep in, en toen weer uit.
“Zeg het nu maar.”
Om een of andere reden kwamen de woorden die Ken pas geleden nog niet kon vinden nu met gemak.
“Wat deden jullie samen?”
“We hadden seks.”
“Ja, dat zag ik. Maar waarom?”
“We begrepen het niet. Zelfs niet nadat ik je las. Dus probeerden we het.”
“Oh. En juist toen kwam ik binnen?”
Ken voelde zich haast schuldig.
“Oh, nee. We probeerden het vanochtend al.”
“Oh? En waarom zijn jullie nu dan …”
“Waarom? Simpel. Het voelt prettig.”
Hoofdstuk 5: Je gedachten lekken
Ken liep nu al urenlang met een hardnekkige stijve.
Niet vanwege de naakte kinderen. Op zijn verzoek hadden ze, nadat ze gedoucht hadden, opnieuw een van zijn shirts aangedaan. Ken had intussen de lakens verschoond. Ze waren netjes aangekleed en hadden zich normaal gedragen – althans zo normaal als je kan verwachten van gestrande magische aliens in kinderlichamen.
Het waren zijn eigen gedachten. Gedachten die hij niet tot zwijgen kon brengen.
Terwijl hij het bed verschoonde. Tijdens het opwarmen van de stoofschotel en het dekken van de tafel. Toen ze aten. En zelfs terwijl hij met de kinderen sprak, en duizenden vragen over de wereld beantwoordde, van “waar gebruik je een vork voor” tot “wat is religie”, en alles daar tussenin.
De hele tijd. Zonder pauze. Zijn gedachten bleven terugkeren naar wat zich vandaag in zijn huis moest hebben afgespeeld. De twee kinderen, die met de kennis die ze uit zijn hoofd hadden gehaald waren gaan experimenteren met seks. Die elkaar aanraakten en streelden. Die elkaar likten. En neukten? Hadden ze ook geneukt? Hij wilde het weten, maar durfde er niet naar te vragen.
In gedachten zag hij steeds weer de kinderen, bloot zoals ze geboren waren – verdomme, waren ze eigenlijk wel geboren? – bleef ze zien, bloot, elkaar keer na keer naar een orgasme jagend, steeds weer klaarkomend. En elke keer dat hij daaraan dacht, schokte zijn pik en lekte hij voorvocht.
“Je bent in gedachten,” merkte Clairy op, toen Ken, voor de zoveelste keer, geen antwoord gaf op een van haar vragen.
“Hij denkt aan seks,” antwoordde Josh, “het vult zijn hoofd.”
Dat was geen vraag. Het was een vaststelling.
“Hoe … hoe weet je dat? Kan je mijn gedachten nu ook al lezen zonder dat onze hoofden elkaar raken?”
“Normaal niet. Alleen als je me binnen laat. Maar je hoofd is nu zo vol dat je gedachten lekken. Ik kan het niet niet zien.”
“Wij kunnen helpen,” zei Clairy. Alweer geen vraag. Ze benoemde een simpel feit.
“Hij wil het niet,” antwoordde Josh.
“Maar wil hij dit dan?”
Clairy wendde zich tot Ken.
“Ken, ik voel je gedachten ook. Ik voel dat je pijn hebt. Wij kunnen helpen. Wij kunnen de pijn stoppen. Waarom wil je dat niet?”
“Ik heb nooit gezegd dat ik dat niet wil,” antwoordde Ken, “en ik weet niet waarom Josh dat zegt. Als je me kan helpen, dan graag! Ik vind het vreselijk dat ik de hele tijd deze gedachten heb!”
“Goed zo,” zei Clairy, en trok in één snelle beweging haar shirt over haar hoofd en liet het op de grond vallen.
“Wacht. Wat? Ik vroeg je om …”
“Hij begrijpt het niet,” zei Josh tegen Clairy, “we moeten eerst praten, dan pas doen.”
Hij wendde zich tot Ken.
“Je denkt aan seks. Aan onze seks,” voegde hij toe, met een gebaar dat Clairy en hem omvatte, maar toen breidde hij het gebaar uit om ook Ken te betrekken: “Maar ook onze seks. Jij wil seks. En liever met kleintjes dan met grote mensen.”
“Ja, dat klopt,” stamelde Ken, “dat weet je, want je hebt me gelezen. Maar het zou fout zijn.”
“Omdat je denkt dat wij kleine mensen zijn. Dat zijn we niet. Misschien is het fout voor jullie kleintjes, maar het is niet fout voor ons. Toen we het vandaag probeerden was het goed. Heel, heel goed.”
Claire knikte fanatiek.
“Voor ons is seks goed. Dat weten we nu. We denken dat het ook met jou goed zal zijn.”
“En als we dat doen, hoef jij niet meer te dromen en te denken. Dan kan je gewoon genieten. En dan, na de seks, kan je je weer concentreren. Wij willen nog steeds leren.”
Josh’s rechterhand raakte heel even Ken’s voorhoofd aan. En toen tilde hij ook zijn shirt over zijn hoofd en liet het vallen, terwijl Clairy de knoopjes van Ken’s shirt los maakte. Ken merkte, tot zijn verbazing, dat hij er geen probleem meer mee had.
“Wacht? Heb je zonet … mij beïnvloed? Zonet, toen je mijn hoofd aanraakte?”
“Nee. Ik kan gedachten lezen. Ik kan geen gedachten geven. Maar ik heb je geholpen je hoofd helder te krijgen. Ik heb je gedachten sneller laten gaan. Wat je nu denkt is wat je later zou hebben gedacht als ik je niet had geholpen.”
Ken wendde zich naar binnen. Hij bekeek zijn gedachten kritisch, en wist dat de jongen gelijk had. Dit waren zijn eigen gedachten. Hij besefte dat de kinderen niet echt kinderen waren. Zelfs niet eens echte mensen. En hij besefte ook dat ze duidelijk genoten van het lijfelijk plezier van seks, nu ze dat eenmaal hadden ontdekt. Dat het ze geen kwaad deed, en dat hij ze geen kwaad deed als hij mee zou doen.
De kinderen kleedden hem uit. Josh maakte de knoopjes van zijn overhemd los, terwijl Clairy zijn spijkerbroek van hem afstroopte en daarna de zoom van zijn doorweekte onderbroek pakte. Ken nam intussen voor het eerst de kinderen echt in zich op, en genoot zonder schaamte van de schoonheid van hun prepuberale lijfjes.
Ze waren beide zo’n één meter dertig, en slank maar niet dun. De jongen was wat meer gespierd dan het meisje, al kon hij ook haar spieren goed zien. Haar huid was bleek, niet ongezond bleek, maar zoals hij er zelf ook uitzag na een lange winter zonder zon. De jongen was licht gebruind. Maar ze hadden beide een huid die zalig glad leek, en zacht om aan te raken.
Het meisje had lange, blonde haren, die natuurlijk over haar schouders golfden. Ze omsloten een delicaat gezichtje, dat op aangename manier met precies genoeg sprietjes was versierd. Haar neus was een beetje plat en dik, haar lippen waren rood, en vormden nu een gretige glimlach. En haar ogen … net als de jongen had ook dit meisje waanzinnig blauwe ogen, waar Ken makkelijk in zou kunnen verdrinken, ware het niet dat de rest van haar lijf ook om zijn aandacht vroeg. Zoals haar prachtige borstkas. Twee kleine, donkere tepelhoven, elk versierd door een klein tepeltje, vestigden alleen maar extra aandacht op hoe heerlijk plat ze was, dat ze nog geen enkele borstgroei had. En de plek waar haar benen elkaar ontmoetten, haar ongelooflijke schat, was prachtig haarloos. Dat spleetje, ogenschijnlijk slechts een kort, donker streepje, maar in het echt zoveel meer.
Hij was intussen naakt, en het meisje legde onderzoekend een handje op zijn schokkende harde pik. Ze giechelde.
“De zijne voelt anders dan de jouwe.”
Haar andere hand pakte Josh’s pik, om beter te kunnen vergelijken. Hij was nog slap, maar begon snel te groeien toen Clairy ermee speelde, terwijl ze tegelijk hetzelfde deed met Ken’s hardheid.
Josh had ook blauwe ogen. Zijn haar was bruin, kort van voren en van opzij, maar schouderlang aan de achterkant. Zijn gezicht leek op dat van Clairy, maar iets stoerder. De kaken iets breder, een beetje ruiger, maar toch nog absoluut het gezicht van een jongen, met nog geen spoortje man. Zijn armen en benen waren goed gevormd, met de spieren van een jongen die zelden stil zit. Zijn haarloze jongenspik was, met behulp van Clairy’s handen, gegroeid, en wees nu trots naar boven. Hij was langer dan Ken had verwacht voor een jongen van zijn leeftijd, zo’n tien centimeter, maar erg dun en vrijwel kaarsrecht. De jongen was niet besneden, zag Ken toen Claire de beide voorhuiden die ze vast had tegelijk naar achteren trok.
Ken deed zijn ogen dicht en genoot van het heerlijke gevoel van een kleine, warme, en zachte hand, die met zijn pik speelde. Maar snel, veel te snel, stopte ze weer.
“Kom, dan gaan we naar bed, en dan kan jij doen wat ik de vorige keer deed,” stelde Clairy voor.
Ken wist niet wat ze bedoelde. Maar dat werd duidelijk toen hij op bed ging liggen, en Josh, zonder maar een seconde te aarzelen, zijn pik pakte, voorover boog, en hem in zijn mond nam.
Ken vond het niet erg. Hij had zichzelf nooit als gay beschouwd. Het idee van seks met een andere volwassen man vond hij vreselijk. Maar met kinderen was het anders. Jongens waren, in zijn ogen, haast net zo sexy, net zo fantastisch, als meisjes. Hij had al vaak gefantaseerd dat hij zo’n lief potloodpikkie afzoog. En nu pijpte deze jongen hem.
Maar hij kon niet lang bij die gedachten stilstaan. Clairy knielde boven hem, liet zich zakken, en begon haar mooie jonge poesje in zijn gezicht te wrijven. Ken stak direct zijn tong uit, om te proeven hoe heerlijk zoet ze was. Ze stopte met bewegen, zodat hij zijn tong tussen haar plooien kon bewegen. Hij plaagde haar clitoris, gleed langs haar binnenste schaamlippen, duwde voorzichtig tegen haar strakke opening, en ging toen terug naar haar kleine knopje, om haar al het genot te geven dat hij kon geven. En terwijl hij dat deed, terwijl hij genoot van haar smaak en geur, voelde hij hoe Josh zijn pik diep in zijn jonge mond zoog, zijn eikel met zijn tong plaagde, zijn mond vacuüm zoog, en zijn hoofd op en neer bewoog, alsof hij al jaren ervaring had.
Hij merkte dat hij van puur genot zijn ogen had gesloten. Maar hij wou het zien. Wou met zijn eigen ogen zien hoe zijn levenslange droom opeens werkelijkheid was geworden. Wou die twee perfecte kleine lijfjes zien. En dus opende hij zijn ogen, en zag hoe boven hem Claire haar rug kromde, haar hoofd naar achteren gooide, terwijl een orgasme door haar lijf golfde. En toen zag hij dat ze haar handen achter haar naar Josh’s kleine pik bracht en hem begon te masseren.
Ken liet zijn handen de vrije loop. Zijn rechterhand streelde Clairy’s buik, en haar vlakke borst. Zijn rechterhand vond Josh’s rug, streelde hem, gleed omlaag. Hij pakte zijn stevige billen vast, en trok toen zijn vinger zachtjes door zijn bilnaad. Snel bracht hij zijn vinger naar Josh’s gezicht. Gelukkig begreep de jongen hem. Hij stopte even Ken te pijpen, om Ken’s vinger goed nat te maken. Daarna bracht Ken zijn vinger terug naar dat heerlijke jongenskontje, en duwde hem zachtjes tegen zijn bruine holletje. Een jongensachtig kreuntje vertelde Ken wat hij moest weten: dat de jongen het gevoel prettig vond, en klaar was voor meer. En dus duwde hij, zachtjes, en voelde vol verbazing hoe Josh’s sluitspier toegaf, een beetje opende, om de verkennende indringer binnen te laten.
In de volgende minuten neukte Ken zijn wijsvinger steeds dieper en dieper in en uit Josh’s kontje, terwijl hij ook nog steeds de niet bestaande tieten van Clairy masseerde en kneep, en haar kutje likte. Terwijl zij Josh’s kleine pik bleef strelen, en Josh geen moment stopte Ken te pijpen.
Maar toen, na nog een orgasme, wilde Clairy iets anders proberen.
“Ik wil je in me, Ken,” fluisterde ze hees.
“Mijn vingers, zoals ik bij Josh doe?”
“Nee, je pik!”
“Weet je het zeker? Het kan pijn doen.”
“Het deed een beetje pijn toen ik het met Josh deed. Maar daarna werd het beter. Jouwe is groter, maar hij zal passen. Ik wil het voelen.”
Ze ging op haar rug op het bed liggen, met obsceen wijd gespreide benen, zodat Ken het best mogelijke uitzicht had op de schatten tussen haar plooien, haar kleine schaamlippen, en haar strakke ingang, druipend van haar sapjes en Ken’s speeksel.
Ken ging klaar zitten, en hield de punt van zijn pijnlijk stijve pik tegen haar jonge kutje.
“Weet je het zeker?” vroeg hij nog één keer.
“Absoluut,” verzekerde ze hem.
En toen duwde hij naar binnen, en wist direct dat hij dit zalige gevoel nooit in woorden zou kunnen vatten, en ook nooit zou vergeten. Haar strakke grip voelde als een satijnen handschoen, haar vochtige warmte gaf hem een veilig, zeker, en prettig gevoel. Hij had alleen nog maar het puntje in haar, en hij moest al vechten tegen zijn verlangen om direct helemaal door te stoten. Het was té lekker om dat niet te doen. Hij wist dat hij voorzichtig moest zijn.
Maar hij zag geen ongemak in haar gezicht.
“Voelt … fijn!” kreunde ze, “vol, uitgerekt, maar ook alsof het zo hoort te zijn. Alsof ik meer compleet ben als jij in me bent.”
Ken neukte zijn harde paal langzaam in en uit haar ongelooflijk strakke tunnel. Hij zag dat Clairy teder Josh’s balletjes streelde, en toen hij dat mooie pikkie zo vlak voor hem zag schokken, kon Ken zich niet langer inhouden. Zonder zijn heupbeweging te stoppen, bracht hij zijn bovenlichaam omlaag, leunde naar Josh’s kruis, en stak zijn tong uit.
De eerste aanraking, waarbij het puntje van zijn tong maar nauwelijks het puntje van Josh’s pikkie raakte, was magisch. Ken voelde huiveringen op zijn rug, en zag dat Josh ook rilde. Hij stak zijn tong verder uit, en terwijl Clairy met haar hand Josh’s voorhuid naar achter trok, likte Ken gretig het paarse puntje. Hij proefde een druppel voorvocht. Daarna opende hij zijn mond en nam hem helemaal naar binnen, zo ver hij kon, tot zijn lippen Josh’s haarloze venusheuvel raakten.
Ken genoot meer en meer, van het neuken en pijpen van die heerlijke kinderen. Steeds sneller gleed zijn pik in en uit Clairy, steeds gretiger zoog en likte en tongde hij Josh’s kleine neukstaafje. Hij wilde dat het eeuwig zou duren, maar wist dat dat niet kon. Dit was heerlijk, zo heerlijk, gewoon veel te heerlijk om zich in te kunnen houden.
En dus liet hij toe dat zijn instincten het overnamen, terwijl hij het meisje hard neukte, zijn heupen naar voren duwde, diep in haar stootte, en toen straal na straal van zijn pedosperma in haar soepele lijfje dumpte. Hij voelde hoe zij schokte toen ook zij weer klaarkwam, en proefde toen een zoutige smaak toen Josh zijn jongenszaad in Ken’s dorstige mond schoot.
Hoofdstuk 6: Voedsel voor energie, voedsel voor seks
Ze lagen samen, in stilte. Eén volwassene, twee kinderen, samen in één rommelige hoop bezwete lijven. Uitgeput van de fantastische seks.
Maar dat duurde maar even.
“Wauw, dat was geweldig. Zelfs nog beter dan met ons tweeën.”
“Ja, inderdaad.”
“Ik moet jullie gelijk geven, dit was inderdaad heerlijk.”
“Zie je wel? Maar nu begrijp ik nog minder waarom je eerst niet wilde. Als iets zo fijn is?”
“Nou ja, het is lastig uit te leggen. Maar het is slecht voor kinderen.”
“Is het slecht voor kinderen om te genieten? Moeten kinderen in deze wereld ongelukkig zijn?”
“Nee, maar …”
Ken besloot dat hij dit niet kon uitleggen. En dus viel hij terug op zijn rug, sloot zijn ogen, en genoot ervan hoe zijn handen over die heerlijke lijfjes dwaalden, terwijl hij over zijn hele lijf kleine kusjes voelde.
“Ik wil nog eens,” hoorde hij Clairy spinnen.
“Ik ook,” stemde Josh in.
En toen voelde hij hoe twee kleine handjes zijn uitgeputte pik grepen.
“Sorry, kinderen,” mompelde hij, “maar ik ben niet meer jong, zoals Josh. Op mijn leeftijd heeft een man tijd nodig om weer op krachten te komen.”
“Ja? Echt?”
En terwijl Clairy dat zei sloot ze haar beide handen om zijn pik. Hij voelde opeens wat warmte, en toen begon zijn pik weer te groeien.
“Mijn beurt,” smeekte Josh, “ik wil ook geneukt worden.”
“Je weet dat dat niet hetzelfde is? Ik kan je in je kont neuken, maar anders niet.”
“Natuurlijk weet ik dat. Ik heb je gelezen, weet je nog? En zelfs als dat niet zo was, dan kan ik ook gewoon zien dat ik geen andere opening heb.”
Hij grinnikte.
“Maar ik heb je gelezen, ik weet dat je dit wil. En dus wil ik het proberen. Net zoals Clairy en ik vanmiddag geprobeerd hebben.”
“Vanmiddag? Jullie zeiden net dat jullie het vanochtend hadden geprobeerd!”
“Vanochtend hebben we de voorkant geprobeerd. Vanmiddag de achterkant. Dat wilde ik ook, maar we hadden niks om er in te doen. Nu heb ik jou.”
En daarna plantte Josh een liefhebbend kusje op Ken’s lid, dat direct tot volle grootte zwol.
Clairy giechelde, maar stond toen op om ruimte te maken voor Josh. Hij ging op handen en knieën zitten, en toen liet Clairy zich zakken, trok zijn billen uit elkaar, en likte zijn rimpelige holletje. Ken was even verbaasd hoe gemakkelijk ze hem daar likte, en hoe gretig. Maar toen besefte hij dat deze kinderen niet waren opgegroeid met het idee dat dingen vies zijn. Hij moest toch altijd een drempeltje over bij zelfs alleen maar de fantasie van iemands kont te likken. Maar deze kinderen hadden daar geen last van.
En opeens realiseerde hij zich hoe zeer hij dit nu wilde.
Alsof Clairy het aanvoelde, ging ze aan de kant, om plek te maken voor Ken. Hij nam direct haar plaats in. Nog één laatste korte twijfel, maar toen gaf hij zich in gedachten een schop onder zijn kont, boog voorover, en duwde zijn tong hard tegen het kontgaatje van de jongen.
De smaak … hij had er rekening mee gehouden dat het vies zou zijn, maar gezworen dan toch door te gaan. Maar het was helemaal niet zo vies. Het smaakte bitter, maar niet vies. En geen heel sterke smaak, wat geen verrassing was, omdat hij er schoon uitzag.
Ken likte een paar keer over de lengte van Josh’s kont. Daarna, toen hij goed nat was, spreidde hij met zijn handen Josh’s billen nog verder, stak het puntje van zijn tong tegen de krappe opening, en duwde.
Hij voelde eerst weerstand. Toen voelde hij dat de jongen perste, en toen schoot het puntje van zijn tong door de strakke opening naar binnen. Eerst nog maar een stukje, maar toen de eerste horde was genomen kon hij verder naar binnen duwen. En nog verder.
Voorzichtig bewoog hij met zijn tong, voor zover de strakke ruimte het toeliet. De wanden waren bijzonder glad. Hoewel het zeer strak was, kon hij toch zonder al te veel moeite zijn tong in en uit bewegen. Hij hoorde Josh tevreden kreunen.
Net toen Ken een arm om Josh’s lichaam vouwde om met zijn hand diens stijve pikkie te vinden, voelde hij twee handen op zijn eigen kont, voelde dat zijn billen uiteen geduwd werden, en maakte toen haast een sprongetje van plezier toen hij voelde hoe Clairy’s tong bij hem deed wat hij bij Josh deed.
Minutenlang was de lucht vervuld van niets anders dan slurpen, kreunen, en hijgen, terwijl Ken Josh rimde en mastubeerde, terwijl Clairy hetzelfde voor hem deed, en met haar vrije hand haar eigen clitoris en kutje bewerkte.
Maar toen Ken’s gekreun harder werd, maakte Josh zich opeens los.
“Stop, Clairy. Laat hem nog niet spuiten. Ik wil hem in me. En ik ben nu nat en glibberig genoeg.”
Clairy ging op haar rug onder Josh liggen. Haar natte spleetje onder zijn mond, haar hoofd onder zijn pikkie, die ze gretig naar binnen zoog. Ken ging op zijn knieën achter Josh zitten, Clairy doopte twee vingers in haar kutje en gebruikte haar vocht om zijn pik nog gladder te maken, en toen bracht Ken zijn pik naar Josh’s anus.
Clairy was strak geweest. Maar Josh’s jongenskutje was nog strakker. Hij kreeg hem naar binnen, langzaam, steeds dieper duwend, maar met moeite. Voor Ken, maar ook voor Josh, die geregeld op zijn kiezen moest bijten, maar die ook bleef herhalen dat hij niet wilde stoppen, dat Ken dóór moest blijven gaan.
Uiteindelijk zat hij er helemaal in. En daar bleef hij een tijdje, om Josh te laten wennen. Dat was voor Clairy een prima moment om actiever te worden, en dus pijpte ze gretig Josh’s pikkie, terwijl ze haar heupen omhoog duwde, als uitnodiging om gelikt te worden, wat Josh graag deed.
Ken vond dat het tijd werd om te bewegen. Langzaam, voorzichtig, trok hij zich terug, tot alleen zijn eikel nog tussen de kleine witte kadetjes van de jongen begraven was. Toen sloot hij zijn handen om de heupen van de jongen en ging weer naar voren, langzaam, maar met onstopbare kracht, tot hij er weer helemaal in zat. Toen weer terug, nu wat sneller, en er weer in. Hij bleef in en uit bewegen, terwijl hij genoot van hoe zijn pik gemolken werd door die super strakke jongensreet. Hij voerde het tempo langzaam op. Sneller en sneller.
De jongen jammerde en kreunde, maar wat Ken hoorde was puur genot, geen pijn. En dus ging hij nóg sneller. Sneller en sneller. Harder, dieper, pompte hij zijn keiharde pik in en uit het jochie, ramde zijn grote heupen tegen dat kleine lijfje, hijgde, kreunde, gromde, kermde, en toen hield hij zich stil en schoot zijn zaad.
Hij stortte in, net als de kinderen.
“Wauw, dat was geweldig! Maar ben jij wel klaargekomen, Clairy?”
“Deze keer niet. Maar dat komt volgende keer wel weer.”
“Volgende keer? Morgen misschien!” snoof Ken.
“Nee, niet morgen. Vandaag. Eet voedsel. Voedsel voor energie. Voedsel voor seks.”
Josh kwam terug uit de keuken met drie kommen stoofschotel.
“Ja, eet voedsel, dan weer seks.”
Epiloog
Er waren twee weken voorbij gegaan. Weken gevuld met eindeloze seks. Ken had totaal geen twijfels meer. Het was overduidelijk dat de kinderen, die niet echt kinderen waren, er net zo van genoten als hij.
Ken had net zijn tweede lading van de dag in Clairy’s kontje achtergelaten, en daarna zijn ogen gesloten en genoten van hoe Ken’s kleine pikkie in zijn anus schokte en zijn waterig sperma in zijn darmen spoot. Hij wist dat hij rust nodig had. Zelfs de magische handjes en mondjes van deze wonderbaarlijke kinderen zouden nu zijn pik nog tot leven kunnen brengen.
“Voedsel?” vroeg Clairy.
“Ja. Voedsel,” stemde Ken in, “Maar geef me een paar minuten. Even op adem komen. Daarna maak ik eten.”
“Hoeft niet. Wij hebben al eten gemaakt.”
“Jullie hebben eten gemaakt? Hoe dan? We zijn de hele ochtend ons bed nog niet uit geweest.”
“Ja, wij hebben eten gemaakt.”
De deur kraakte toen die vanzelf open zwaaide. Er dreven drie borden door de lucht, gevuld met vers spek, worstjes, eieren, en toast.
“Voedsel. Eet.”
“Wacht eens even. Hebben jullie twee dat gedaan?”
“Ja.”
“Maar ik dacht dat jullie geen magie meer konden doen? Jullie energie was toch op?”
“We hebben weer energie. We konden opladen. Het ging ontzettend langzaam. Maar we gebruikten zo min mogelijk, zodat onze voorraad weer kon groeien.”
“Oh, dat is geweldig!” riep Ken, “dat betekent dat jullie binnenkort weer naar huis kunnen!”
En toen betrok zijn gezicht, bij het besef van wat dat betekende.
“Verdomme! Ik zal jullie missen. Ik ben echt van jullie gaan houden.”
“Ons missen? Waarom?”
“Nou ja … Hoe lang nog tot jullie genoeg energie hebben om weer naar huis te gaan? Jullie willen vast wel terug?”
“Terug naar huis? Maar we zijn al thuis!” zei Josh, en nam toen Ken’s slappe pik in zijn mond.
“Ik kan me geen betere plek voorstellen dan hier.” voegde Clairy toe, terwijl ze Ken’s hand pakte en tussen haar benen leidde.
Ken glimlachte. Het leven was goed.